Indien u vragen heeft over onderstaand artikel dan kunt u contact opnemen met Edwin Mafficioli van onze Rotterdamse vestiging.
E. (Edwin) Mafficioli del Castelletto
T +31 10 4202 717
M +31 6 1444 4883
E edwin@noortgassler.nl
In onderstaand artikel zullen wij kort de regels uiteenzetten ten aanzien van het doen van de aangifte inkomstenbelasting 2018. In dit artikel zullen in gaan op wie een aangifte inkomstenbelasting moet doen, wat er in deze aangifte wordt betrokken en wanneer deze aangifte moet zijn ingediend.
Naar verwachting zal met ingang van 1 maart 2019 door de belastingdienst de aangiftesoftware beschikbaar worden gesteld om de aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2018 in te dienen. Een belangrijk aspect is hierbij de vraag of iemand ook daadwerkelijk is uitgenodigd tot het doen van aangifte. Indien iemand is uitgenodigd tot het doen van een aangifte inkomstenbelasting middels een aangiftebrief, dan moet er ook daadwerkelijk een aangifte worden ingediend bij de belastingdienst. Ook al is er volgens de belastingplichtige geen sprake van een belastbaar inkomen. Indien iemand niet door de belastingdienst is uitgenodigd toen het doen van een aangifte inkomstenbelasting, dan is de vraag of er een aangifte moet worden ingediend afhankelijk van de relevante feiten en omstandigheden. De regels hiervoor zijn voor wat betreft binnenlands en buitenlands belastingplichtigen gelijk. Het verschil is er veel meer gelegen in het feit welke bronnen van inkomen in de aangifte inkomstenbelasting dienen te worden betrokken.
De beantwoording van de vraag of iemand binnenlands en buitenlands belastingplichtige is wordt bepaald aan de hand van zijn of haar fiscale woonplaats. De woonplaats bepaalt veelal waar een persoon of werknemer belastingplichtig is. Als u in Nederland woont, geeft u in uw belastingaangifte uw wereldinkomen aan. Tot uw wereldinkomen behoren ook uw niet-Nederlandse inkomsten (bijvoorbeeld arbeidsinkomen of vermogen in het buitenland). Als u niet in Nederland woont bent u in Nederland slechts in beginsel belast voor de Nederlandse bronnen van inkomen (bijvoorbeeld vastgoed in Nederland).
Onderstaand zullen wij eerst kort ingaan op wie een aangifte inkomstenbelasting moet doen. Hierbij maken wij onderscheid tussen de binnenlands en de buitenlands belastingplichtige.
Verplichting tot het doen van aangifte
Binnenlands belastingplichtige
Zodra iemand wordt uitgenodigd door de belastingdienst tot het doen van aangifte, dan is deze persoon wettelijk verplicht om een aangifte in te dienen. Het niet voldoen aan deze verplichting kan tot gevolg hebben dat de belastingdienst bijvoorbeeld een boetes oplegt en uw inkomen gaat schatten.
Indien u niet bent uitgenodigd tot het doen van een aangifte, bent u toch verplicht tot het doen van een aangifte inkomstenbelasting als u verwacht dat er meer dan EUR 45 aan inkomstenbelasting verschuldigd zal zijn en mag u aangifte doen als een belastingteruggaaf van meer dan EUR 14 wordt verwacht.
Buitenlands belastingplichtige
Bovengenoemde regels gelden op een identieke wijze voor buitenlands belastingplichtigen, alleen en voor zover zij uiteraard Nederlandse belastbare bronnen van inkomen hebben.
Wat wordt er in de aangifte opgenomen?
Binnenlands belastingplichtige
De Wet op de Inkomstenbelasting kent de zogenaamde boxenstructuur. Inkomsten zijn verdeeld in 3 boxen met ieder een eigen belastingtarief:
In box 1 wordt het ‘inkomen uit werk en woning’ belast. Dit bestaat uit:
- Inkomen uit werk: inkomsten uit winst, loon, overige werkzaamheden en periodieke uitkeringen.
- Inkomen uit woning: huurwaardeforfait van de eigen woning -/- rente en kosten.
- Aftrekposten: premies voor inkomensvoorzieningen zijn onder voorwaarden aftrekbaar (lijfrenten, arbeidsongeschiktheid).
- Belastingtarief: oplopend tot maximaal 51,95%.
- Verliezen uit box 1 zijn verrekenbaar met inkomsten uit box 1 (3 jaar terug en 9 jaar in de toekomst).
In box 2 wordt het ‘inkomen uit aanmerkelijk belang’ belast. Dit bestaat uit:
- Aanmerkelijk belang: aanwezig bij een (in)direct bezit samen met de fiscaal partner van 5% van de aandelen of (genotsrechten van) winstbewijzen in een binnen- of buitenlandse vennootschap dan wel het stemrecht in een coöperatie of vereniging op coöperatieve grondslag.
- Inkomen: regulier voordeel (zoals dividend) en vervreemdingsvoordeel (zoals verkoopwinst op de aandelen).
- Belastingtarief: 25%.
- Verliezen uit box 2 zijn verrekenbaar met inkomsten uit box 2 (1 jaar terug en 9 jaar in de toekomst).
- Indien er geen aanmerkelijk belang meer is maar nog wel een onverrekend box 2 verlies, dan kan dit worden omgezet in een belastingkorting ter vermindering van de belasting in box 1.
In box 3 wordt het ‘inkomen uit sparen en beleggen’ belast. Dit bestaat uit:
- Grondslag: bezittingen -/- schulden -/- heffingsvrij vermogen
- Inkomen: een fictief rendement over de grondslag. In 2018 bedraagt het fictief rendement 2,017% tot 5,38%.
- Belastingtarief: 30%.
Daarnaast zijn er aftrekposten, heffingskortingen en verrekeningen die per persoon van geval tot geval kunnen verschillen. Gaarne informeren wij u over de verschillende voorkomende mogelijkheden in uw geval teneinde u fiscale positie te optimaliseren.
Buitenlands belastingplichtige
Buitenlands belastingplichtigen hoeven slechts een deel van de bovengenoemde inkomsten op te geven. Daarentegen zijn niet alle aftrekposten van toepassing. Het inkomen voor buitenlands belastingplichtigen bestaat uit:
- In box 1 wordt alleen het ‘inkomen uit werk en woning in Nederland’ belast. Dit betreft dus het inkomen wat zijn herkomst heeft uit Nederland;
- In box 2 wordt alleen het ‘inkomen uit aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap’ belast;
- In box 3 wordt alleen het ‘inkomen uit sparen en beleggen in Nederland’ belast. Dit betreft onder andere:
- In Nederland gelegen onroerende zaken of rechten die daar (in)direct betrekking op hebben.
- Rechten op aandelen in de winst van een onderneming waarvan de leiding in Nederland is gevestigd.
Voor buitenlands belastingplichtigen bestaat er normaal gesproken geen recht op de persoonsgebonden aftrek, de aftrek van uitgaven voor inkomensvoorzieningen en een deel van de heffingskortingen. Op deze regel bestaan uitzonderingen voorinwoners van België, Suriname of Aruba en als de regeling voor de ‘kwalificerende buitenlandse belastingplichtige’ geldt. Wij zijn u graag van dienst om na te gaan of dergelijke regelingen op u van toepassing zijn.
Wanneer moet de aangifte worden gedaan?
Indien iemand is uitgenodigd door de belastingdienst voor het doen van de aangifte inkomstenbelasting 2018, dan kan de aangifte in beginsel vanaf 1 maart 2019 worden ingediend en dient deze in beginsel voor 1 mei 2019 binnen te zijn. Als de aangifte vóór 1 april is ingediend dan reageert de belastingdienst gegarandeerd voor 1 juli 2019.
Als uitstel is verleend tot het indienen van de aangifte inkomstenbelasting, bestaan er verschillende termijnen. Indien zelfstandig uitstel is gevraagd bij de belastingdienst, dan wordt uitstel verleend tot 1 september 2019. Als de aangifte is opgenomen in de Uitstelregeling voor belastingconsulenten dan loopt het uitstel uiterlijk tot 1 mei 2020. Zodoende kan het afhankelijk van uw situatie raadzaam zijn om uitstel voor uw aangifte te vragen middels een belastingconsulent.