Fiscale gevolgen van emigratie met eigen bedrijf

Indien u vragen heeft over onderstaand artikel neemt u dan contact op met onze Rotterdamse vestiging.

E. (Edwin) Mafficioli del Castelletto
T +31 10 4202 717
M +31 6 1444 4883
E edwin@noortgassler.nl

Wat zijn de fiscale gevolgen van een emigratie voor mensen met een eenmanszaak of besloten vennootschap?

Er zijn vier scenario’s te onderscheiden met betrekking tot het bedrijf:

  1. voortzetten in het buitenland
  2. voortzetten in Nederland
  3. verkopen
  4. staken.

Voordat ik de fiscale gevolgen behandel, geef ik eerst aan welke belastingen mogelijk relevant zijn, de inkomstenbelasting en/of de vennootschapsbelasting.

Eenmanszaak
Een ondernemer die zijn bedrijf als eenmanszaak voert (dan wel middels een V.O.F., een ‘eenmanszaak met verschillende eigenaren’) vormt feitelijk één entiteit met zijn bedrijf. Hij krijgt dan ook – in de reguliere bedrijfsvoering en in het geval van emigratie – slechts te maken met één belasting, de inkomstenbelasting. Winst uit zijn eenmanszaak wordt eenvoudigweg belast in Box 1. Dit betekent een oplopend tarief tot maximaal 51,95%.

Besloten vennootschap
De ondernemer die zijn bedrijf door middel van een besloten vennootschap (BV) voert, ook wel de directeur-grootaandeelhouder (DGA), krijgt met inkomstenbelasting én met vennootschapsbelasting te maken. Voor een DGA die de enige werknemer is van zijn BV geldt het volgende. In de reguliere bedrijfsvoering wordt winst van de BV belast met vennootschapsbelasting. Dit betekent een oplopend tarief tot maximaal 25%. De DGA zelf krijgt te maken met inkomstenbelasting: loon uit de BV wordt bij hem belast in Box 1, dus naar een oplopend tarief van maximaal 51,95%. Daarnaast geldt voor voordelen uit zijn ‘aanmerkelijk belang’ in de BV (dat wil zeggen dividend + voordelen bij vervreemding van de aandelen) een heffing in Box 2 naar een vast tarief van 25%.

Scenario’s
Hoewel het niet altijd mogelijk of gewenst zal zijn om het bedrijf (elders) voort te zetten – ervan uitgaande dat de wens van het individu om te emigreren leidend is – zijn er welbeschouwd vier scenario’s te onderscheiden met betrekking tot het bedrijf: voortzetten in het buitenland, voortzetten in Nederland, verkopen of staken.

1a) Voortzetten in het buitenland: eenmanszaak
De ondernemer die zijn eenmanszaak voortzet oftewel opnieuw opzet in het buitenland, houdt in Nederland op winst uit onderneming te genieten. In het jaar van de emigratie vindt door de Nederlandse een fiscale eindafrekening plaats. Hiermee wordt bedoeld dat vermogensbestanddelen die meeverhuizen worden geacht op het moment van de emigratie te zijn vervreemd voor hun werkelijke waarde. Dit kan leiden tot een belastbare winst.

Een eventueel gevormde fiscale oudedagsreserve (FOR) valt in beginsel vrij. Dit leidt dus ook tot een belastbare winst, tenzij hiervoor een lijfrente kan worden bedongen.

Met betrekking tot die lijfrente en eventueel ander gevormd pensioen zal de Nederlandse Belastingdienst – ter behoud van de fiscale claims – zogenaamde ‘conserverende aanslagen’ opleggen met betrekking tot de waarde van de lijfrente/pensioen (daar wordt ook nog 20% ‘revisierente’ bij opgeteld). Voor die aanslagen wordt weliswaar uitstel van betaling verleend, maar mogelijk moet – bij emigratie naar een land buiten de EU – zekerheid worden gesteld voor de invordering ervan. Mochten er ‘verboden handelingen’ worden verricht met betrekking tot de lijfrente/pensioen (bijvoorbeeld het pensioen wordt afgekocht), dan worden de aanslagen ingevorderd. Na tien jaar kan de Belastingdienst overigens om kwijtschelding van de aanslagen worden verzocht.

1b) Voortzetten in het buitenland: BV
Als de DGA verhuist en zijn werkzaamheden vanuit zijn BV in het buitenland voortzet, verhuist zijn BV – waarvan hij enig werknemer is – daardoor mee. Deze ‘zetelverplaatsing’ geschiedt omdat de BV is gevestigd, daar waar de plaats van leiding is. Er zal op het moment van de zetelverplaatsing van de BV in de vennootschapsbelasting een eindafrekening plaatsvinden. De vermogensbestanddelen van de BV worden geacht te zijn vervreemd tegen de waarde in het economische verkeer.

Vaak is er pensioen ‘in eigen beheer’ gevormd in de BV. Bij emigratie naar een EU-land, Noorwegen of IJsland, kan het pensioen – met toestemming van de Nederlandse Belastingdienst en onder voorwaarden – meeverhuizen zonder dat dit tot een extra heffing leidt. Bij emigratie naar een ander dan de hiervoor genoemde landen vindt een ‘strafheffing’ plaats in de loonbelasting. Om dit te voorkomen kan worden overwogen de BV in Nederland achter te laten. De gevolgen hiervan komen verderop aan de orde.

Aangezien de BV naar Nederlands recht is opgericht, moet deze – ook na de zetelverplaatsing – nog aangiftes vennootschapsbelasting blijven indienen in Nederland.

Aandelen
Voorts dient de dga erop bedacht te zijn dat hij in dit geval te maken krijgt met conserverende aanslagen met betrekking tot pensioen en lijfrenten. Daarnaast krijgt de dga te maken met een conserverende aanslag met betrekking tot zijn aanmerkelijk belang in BV. Ook hiervoor geldt dat – mochten er verboden handelingen worden verricht met betrekking tot het aanmerkelijk belang – de aanslag wordt ingevorderd. De Nederlandse Belastingdienst kan na tien jaar om kwijtschelding van de aanslag worden verzocht. Dit komt er feitelijk op neer dat de emigrerende DGA zijn aandelen tien jaar lang niet kan verkopen, althans niet zonder dat dit tot belastingheffing leidt.

Overigens blijft de DGA na de zetelverplaatsing van de BV aansprakelijk voor de eventuele belastingschulden van de BV.

2a) Voortzetten in Nederland: eenmanszaak
Wordt de eenmanszaak voortgezet in Nederland (bijvoorbeeld doordat het personeel in Nederland blijft of doordat de onderneming verhuurd wordt) dan vindt er geen fiscale eindafrekening plaats. De ondernemer zelf krijgt wel met de eerdergenoemde conserverende aanslagen te maken met betrekking tot eventueel opgebouwd pensioen en lijfrenten. De inkomsten uit de eenmanszaak die – na emigratie – worden gerealiseerd uit de eenmanszaak zijn in beginsel in Nederland belastbaar.

2b) Voortzetten in Nederland: BV
Wil de DGA de BV in Nederland voortzetten – bijvoorbeeld om afrekening over het in eigen beheer gevormd pensioen bij emigratie te voorkomen – dan moet de leiding van de BV vanuit Nederland blijven plaatsvinden. Dit kan bijvoorbeeld door een externe partij de dagelijkse gang van zaken van de BV te laten behartigen en de belangrijke beslissingen te laten nemen. Wat de BV betreft gebeurt er dan niets bij emigratie van de DGA.

De DGA krijgt in dit geval wel te maken met de conserverende aanslagen met betrekking tot pensioen, lijfrenten en het aanmerkelijk belang in BV. Wederom geldt dat – mochten er verboden handelingen worden verricht – de aanslagen kunnen worden ingevorderd en dat de Nederlandse Belastingdienst na tien jaar om kwijtschelding van de aanslagen kan worden verzocht. Ook nu kan de emigrerende dga zijn aandelen tien jaar lang niet kan verkopen, althans niet zonder dat dit tot belastingheffing leidt.

3) Verkopen
De ondernemer die zijn eenmanszaak verkoopt, realiseert winst uit onderneming die op de gebruikelijke wijze is belast is in Box 1 van de inkomstenbelasting. Voor de gevolgen van emigratie voor de ondernemer wordt verwezen naar hetgeen ten aanzien van hiervoor reeds is opgemerkt met betrekking tot de conserverende aanslagen.

Voor het scenario dat de DGA zijn aandelen verkoopt bij emigratie, wordt eventuele verkoopwinst op de aandelen bij hem belast in de inkomstenbelasting in Box 2. De verkoop heeft geen fiscale gevolgen voor de BV, die krijgt slechts (een) andere aandeelhouder(s). Voor de verdere gevolgen van de emigratie voor de DGA zelf wordt verwezen naar hetgeen hiervoor reeds is opgemerkt met betrekking tot de conserverende aanslagen.

4) Staken
De ondernemer die zijn eenmanszaak staakt, realiseert winst uit onderneming die is belast is in Box 1 van de inkomstenbelasting. Mogelijk kunnen hierbij stakingsfaciliteiten worden benut. Voor de gevolgen van de emigratie voor de ondernemer wordt verwezen naar hetgeen ten aanzien van hiervoor reeds is opgemerkt met betrekking tot de conserverende aanslagen.

In het geval de activiteiten van de BV worden gestaakt bij emigratie, zal de eventuele winst gerealiseerd met de staking bij de BV worden belast met vennootschapsbelasting. Om helemaal van de BV ‘ af te zijn’ moet deze worden geliquideerd. Dit moet volgens een voorgeschreven juridische weg die een behoorlijke tijd in beslag kan nemen. Als die tijd er niet is zou de (lege) BV ook kunnen worden verkocht. Voor de gevolgen van de emigratie voor de dga zelf wordt verwezen naar hetgeen hiervoor reeds is opgemerkt met betrekking tot de conserverende aanslagen.

Bedrijfsverhuizing fiscaal ingegeven
In dit artikel is ervan uit gegaan dat de keuze om het bedrijf eventueel ‘ mee te verhuizen’ bij emigratie, volgt uit de wens van het individu om te emigreren. Het kan ook zo zijn dat de verhuizing van het bedrijf leidend is, bijvoorbeeld wanneer de wens bestaat om de activiteiten van de onderneming in een land met een belastingvriendelijker klimaat voort te zetten. Dit is niet verboden, maar aangezien deze wens juist vaak zal bestaan als de onderneming behoorlijk winstgevend is of vermoedelijk gaat worden, is het hierbij zeer van belang om de eindafrekening met de Nederlandse fiscus in goede banen te leiden. De waardebepaling van het bedrijf zal belangrijk zijn. Daarnaast is het van belang dat de onderneming ook daadwerkelijk is verhuisd. Anders kom je aan de eindafrekening niet eens toe en blijft de onderneming gewoon in Nederland gevestigd en belast. Waar een onderneming is gevestigd wordt op basis van de feiten beoordeeld.

Tot slot
Rest te zeggen dat een emigratie nogal wat voeten in aarde kan hebben, maar dat de Nederlandse belastingen hiervoor in de meeste gevallen geen direct beletsel hoeven te vormen. Wel is het altijd raadzaam vooraf duidelijkheid te vragen van de Nederlandse belastingdienst met betrekking tot de te verwachten fiscale gevolgen van een voorgenomen emigratie. Dit om kostbare verrassingen achteraf te voorkomen.