Hieronder een overzicht van de (fiscale) Eindejaarstips 2019. Indien u vragen heeft over onderstaand overzicht dan kunt u contact op met Marcel Reumann van de vestiging Zaandam.
Marcel Reumann RA
T +31 75 6539 999
M +31 62 4203 859
E m.reumann@noortgassler.nl
Tips voor de BV/IB-ondernemer
1. Breng uw zakelijke kosten in aftrek
U kunt kosten die nodig zijn voor het drijven van uw onderneming in aftrek brengen van uw winst. Deze kosten zijn aftrekbaar van uw opbrengsten voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting.
Tip
Ga na in uw administratie na of u uw kosten, die u gemaakt heeft in 2019, kunt bestempelen als zakelijk. Zorg er ook voor dat u uw bonnetjes van die kosten bewaart.
Let op
Ook de zakelijke kosten die u in de voorfase van uw onderneming heeft gemaakt, kunt u in aftrek brengen van uw winst. Denk bijvoorbeeld aan de kosten die u heeft moeten maken om de markt te verkennen en ingewonnen adviezen. Breng ook deze kosten in kaart.
2. Overweeg winstuitstel om lager belastingtarief
Aan het einde van het jaar heeft u meer duidelijkheid over uw winstpositie. Hierbij kunt u alvast kijken welk belastingtarief mogelijk van toepassing is. Loopt uw winst in de vennootschapsbelasting tegen de grens van € 200.000? Of komt u in de inkomstenbelasting in het hoogste tarief? Probeer uw winst dan te verlagen door bijvoorbeeld bepaalde kosten naar voren te halen. U kunt denken aan onderhoudskosten.
Let op
U betaalt in de vennootschapsbelasting over uw winst tot € 200.000 volgend jaar 16,5% in plaats van 19% nu. In 2021 gaat dit verder omlaag naar 15%. Voor winsten boven de € 200.000 blijft het tarief 25%. Kijk of u daarop kunt inspelen.
3. Vraag uitstel van betaling aan
Zit het financieel even tegen en kunt u uw belastingschulden niet op tijd betalen? Vraag de Belastingdienst om uitstel van betaling. Ga na of u voor een korte periode of voor een langere tijd uitstel wilt. Voor een korte periode kunt u namelijk telefonisch uitstel van betaling aanvragen bij de Belastingdienst. De Belastingdienst verleent u dan maximaal vier maanden uitstel van betaling. De Belastingdienst verleent alleen kort telefonisch uitstel als:
• uw totale openstaande belastingschuld minder dan € 20.000 bedraagt;
• u nog geen dwangbevel heeft gekregen voor de openstaande belastingschuld;
• in de openstaande belastingschuld geen onbetaalde vergrijpboete is begrepen;
• u voor de openstaande belastingschuld niet eerder uitstel van betaling kreeg en;
• er geen sprake is van een aangifteverzuim, oftewel u heeft altijd tijdig aangifte gedaan.
Let op
Heeft u langer nodig en denkt u dat u uw openstaande belastingschulden niet binnen maximaal vier maanden kunt betalen? Vraag dan meteen schriftelijk uitstel van betaling aan voor een langere periode. De Belastingdienst verleent namelijk geen uitstel van betaling voor aanslagen waarvoor al eerder kort telefonisch uitstel van betaling is verleend.
4. Vorm een herinvesteringsreserve
Ga na of u dit jaar een bedrijfsmiddel heeft verkocht en daarbij boekwinst heeft behaald. U kunt dan de belastingheffing over de boekwinst uitstellen door deze te reserveren in een herinvesteringsreserve. U moet dan wel een vervangingsvoornemen hebben. De herinvesteringstermijn bedraagt maximaal drie jaar na het jaar waarin u het bedrijfsmiddel heeft verkocht. Investeert u binnen deze termijn in een ander bedrijfsmiddel? Dan kunt u, als u voldoet aan de voorwaarden, de herinvesteringsreserve afboeken op de aanschafprijs van het nieuwe bedrijfsmiddel.
5. Orden uw administratie
Loop uw administratie na en beoordeel of u voldoet aan de administratieregels van de Belastingdienst. U bent namelijk verplicht uw administratie 7 jaar te bewaren. Bij uitstel van aangifte wordt deze periode verlengd met het verleende uitstel. Gegevens over onroerende zaken, elektronische diensten, telecommunicatiediensten en radio- en televisieomroepdiensten moet u 10 jaar bewaren. Ga na of u uw administratie over 2012 en eerdere jaren weg kan gooien na 31 december 2019.
Let op
U kunt met de Belastingdienst schriftelijk afspraken maken over kortere bewaartermijnen. De basisgegevens uit uw administratie, zoals bijvoorbeeld de debiteuren- en crediteurenadministratie, de in- en verkoopadministratie en het grootboek, moet u altijd 7 jaar bewaren. Voor de overige gegevens kunt u afspraken maken over kortere bewaartermijnen.
Tip
U kunt ook afspraken maken over de vorm waarin u de gegevens bewaart (digitaal of op papier). En hoe gedetailleerd u die bewaart (bijvoorbeeld dagstaten of telstroken van de kassa).
6. Pas de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek toe
Heeft u nieuwe bedrijfsmiddelen aangeschaft of bent u van plan dit te doen? U kunt hiervoor onder voorwaarden in aanmerking komen voor een extra aftrekpost, de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Om in aanmerking te komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek moet u in 2019 een bedrag tussen € 2.301 en € 318.449 investeren in bedrijfsmiddelen voor uw onderneming.
Let op
Ga na of u nog oude investeringen heeft waarvoor u de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek niet hebt geclaimd. U kunt ook voor deze oude investeringen alsnog binnen 5 jaar de Belastingdienst verzoeken om toepassing van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.
Tip
Heeft u in 2019 grote investeringen gedaan en dreigt u het maximumbedrag van € 318.449 te overschrijden? Kijk dan of u uw investeringen uit kunt stellen tot 2020. Zo voorkomt u dat uw recht op investeringsaftrek vervalt.
7. Maak gebruik van de investeringsfaciliteiten
Wanneer u milieuvriendelijk of energiezuinig investeert, kunt u mogelijk een beroep doen op fiscale investeringsfaciliteiten zoals de energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA) of willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen (Vamil). Deze faciliteiten zorgen voor een verlaging van uw winst. De EIA levert u een aftrek van 45%. De MIA zorgt voor een aftrek van 13,5%, 27% of 36%. Met de Vamil kunt u een investering op een willekeurig moment afschrijven. Voor investeringen vanaf 2011 is de willekeurige afschrijving beperkt tot 75%. Toets of u voldoet aan de voorwaarden en in aanmerking kunt komen voor de EIA, MIA en Vamil.
Let op
Als u aanspraak wilt maken op EIA, MIA of Vamil, moet u uw investering binnen 3 maanden nadat u de investeringsverplichting bent aangegaan melden bij RVO.nl. Het aangaan van een verplichting is bijvoorbeeld het tekenen van een koopovereenkomst. Bent u te laat dan komt u niet meer in aanmerking voor de aftrek!
Tip
U kunt naast de EIA of de MIA/Vamil ook gebruikmaken van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.
8. Kijk uit voor de desinvesteringsbijtelling
Bent u van plan een bedrijfsmiddel te verkopen? Ga dan na wanneer dit bedrijfsmiddel is aangeschaft. Indien u namelijk voor dit bedrijfsmiddel korter dan vijf jaar geleden de investeringsaftrek hebt toegepast dan kan het zijn dat u een deel van die aftrek moet terugbetalen (desinvesteringsbijtelling).
Tip
Beoordeel of de vijfjaarstermijn reeds verstreken is in 2019. Zo niet, stel een verkoop van het bedrijfsmiddel dan indien mogelijk uit.
9. Vraag WBSO aan
Houdt u onderneming zich bezig met speur- en ontwikkelingswerk? U kunt mogelijk WBSO aanvragen voor de ontwikkeling van een product, een productieproces, programmatuur en voor het uitvoeren van technisch-wetenschappelijk onderzoek voor:
• S&O-werkzaamheden van uzelf en/of uw medewerkers;
• kosten en uitgaven die u maakt voor het uitvoeren van uw eigen S&O-project.
Uw voordeel
Indien u geen personeel heeft, en u besteedt jaarlijks zelf minimaal 500 uur aan uw ontwikkeling of onderzoek (bijvoorbeeld eenmanszaak) dan ontvangt u een vaste aftrek. Indien u wel personeel heeft en u draagt loonheffing af voor uw werknemers die uw ontwikkeling of onderzoek uitvoeren dan wordt via uw belastingaangifte een deel van de (loon)kosten en uitgaven van uw R&D-project vergoed. Uw onderneming draagt dan minder loonheffingen af.
Tips voor de IB-ondernemer
10. Controleer uw uren
Wilt u profiteren van een aantal aantrekkelijke ondernemersfaciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek voor beginnende ondernemers en de meewerkaftrek, dan zult u moeten voldoen aan het urencriterium. Oftewel, u moet elk jaar minimaal 1.225 uren werken aan uw onderneming. Ook indien u gedurende het jaar met uw onderneming start, moet u alsnog minimaal 1.225 uren aan uw onderneming besteden om in aanmerking te komen voor de fiscale voordelen. Ga na of u genoeg uren heeft besteed aan uw onderneming.
11. Verlaag uw winst met de zelfstandigenaftrek
Voldoet u aan het urencriterium? Dan kunt u mogelijk uw winst verlagen met de zelfstandigenaftrek van € 7.280. Indien uw winst in 2019 te laag is om de zelfstandigenaftrek helemaal te gebruiken dan wordt het bedrag van de zelfstandigenaftrek dat u niet hebt gebruikt verrekend met de winsten in de volgende 9 jaren. De winst moet in die jaren dan wel hoger zijn dan de zelfstandigenaftrek in die jaren.
Let op
Houd er rekening mee dat de zelfstandigenaftrek per 1 januari 2020 lager is en € 7.030 bedraagt.
12. Vorm een oudedagsreserve
U kunt uw winst verlagen door een deel van uw winst uit onderneming toe te voegen aan uw oudedagsreserve. Dit is wel onder de voorwaarde dat u voldoet aan het urencriterium. De toevoeging aan uw oudedagsreserve is 9,44 % van de winst, met in 2019 een maximum van € 8.999. Zo zorgt u dus voor uitstel van belastingheffing over dat deel van de winst. Dit levert u op de korte termijn belastingvoordeel op.
Let op
Uiteindelijk moet u er in de toekomst wel belasting over betalen. Houd hier rekening mee.
13. Beloon uw meewerkende partner
Helpt uw partner mee in de onderneming? Check de fiscale mogelijkheden voor de beloning van uw meewerkende partner.
1. U betaalt uw partner minder dan € 5.000. U kunt mogelijk in aanmerking komen voor de meewerkaftrek indien u aan het urencriterium voldoet. Het werkelijk betaalde bedrag aan uw partner kunt u dan niet in aftrek brengen. Uw partner betaalt geen inkomstenbelasting over deze arbeidsbeloning. Wel dient uw partner 525 uren of meer werkzaam te zijn in uw onderneming.
2. U betaalt uw partner € 5.000 of meer. U kunt deze vergoeding van uw winst aftrekken. Uw partner betaalt nu wel inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over deze arbeidsbeloning.
Tip
Behaalt u veel winst? Dan kan het voordelig zijn om samen de onderneming te drijven (man-vrouwmaatschap). De winst wordt dan verdeeld over u en uw partner, waardoor u
beiden de lage tariefschijven en de heffingskortingen optimaal kunt benutten. Hoe u de winst verdeeld dient wel zakelijk onderbouwd te worden.
14. Claim stakingsaftrek bij verkoop onderneming
Heeft u uw onderneming verkocht? Dan kunt u mogelijk in aanmerking komen voor stakingsaftrek indien u aan het urencriterium voldoet. U kunt de stakingsaftrek aftrekken van de stakingswinst. De aftrek is gelijk aan de stakingswinst, maar is maximaal € 3.630.
15. Pieken en dalen in uw winst? Middeling biedt uitkomst
Heeft u te maken met pieken en dalen in uw winst? Dan kan middeling uitkomst bieden. Ga na of u de afgelopen jaren sterk wisselende inkomsten in box 1 van de inkomstenbelasting gehad heeft. U heeft dan waarschijnlijk meer belasting betaald dan wanneer de inkomsten gelijkmatig waren geweest. Door over een periode van drie aaneengesloten kalenderjaren uit te gaan van de gemiddelde inkomsten, kan middeling in een aantal gevallen leiden tot een teruggaaf van te veel betaalde belasting. Er geldt een drempel van € 545. Alles daarboven wordt aan u terugbetaald.
Let op
U moet zelf een schriftelijk verzoek om middeling indienen bij de Belastingdienst. U moet uw verzoek om middeling wel doen binnen 36 maanden nadat alle aanslagen van de jaren die tot uw middelingstijdvak horen, onherroepelijk vaststaan.
16. Verreken uw verlies
Leidt uw onderneming verlies in 2019? Ga na hoe u dit verlies kunt verrekenen. Een verlies uit box 1 kunt u verrekenen met positieve box 1-inkomsten uit de 3 voorafgaande jaren en met positieve box 1-inkomsten uit de 9 volgende jaren. De verliesverrekening kent een verplichte volgorde: eerst de 3 voorafgaande jaren en dan de 9 volgende jaren. Verliezen die u niet in die periodes kunt verrekenen, verdampen. U kunt die verliezen dan niet meer verrekenen.
Let op
Verliezen uit box 1 kunt u niet verrekenen met positieve resultaten uit aanmerkelijk belang (box 2) en sparen en beleggen (box 3).
Tips voor de BV
17. Vorm een fiscale eenheid
Ga na of het vormen van een fiscale eenheid voor uw BV en de dochtermaatschappij(en) mogelijk is. Bij een fiscale eenheid worden namelijk de resultaten van de dochtermaatschappij(en) toegerekend aan de BV. De dochtermaatschappij houdt niet op te bestaan, ook fiscaal niet, maar is niet meer zelfstandig aangifteplichtig.
Let op
Een voordeel van een fiscale eenheid is dat u de verliezen van een maatschappij kunt verrekenen met winsten van een andere maatschappij die in dezelfde fiscale eenheid is gevoegd.
Tip
Check of u voldoet aan de voorwaarden voor de fiscale eenheid en dien dan schriftelijk een verzoek in voor het vormen van een fiscale eenheid.
Let op
De winsten van de maatschappijen in de fiscale eenheid worden samengevoegd. Houd er dus rekening mee dat indien u binnen de fiscale eenheid meer dan € 200.000 winst maakt, u maar één keer gebruik kunt maken van het opstaptarief van 19%. De gezamenlijke winsten boven de € 200.000 worden belast tegen 25%.
18. Maak gebruik van de innovatiebox
Bent u bezig met innovatief onderzoek? Dan kunt u mogelijk alle winsten die u behaalt met innovatieve activiteiten in de innovatiebox laten vallen. Het tarief van de vennootschapsbelasting voor deze winsten is 7%.
Let op
Draait u juist verlies met uw innovatieve activiteiten? Dan zijn deze verliezen aftrekbaar en verrekenbaar tegen het normale vennootschapsbelastingtarief. Deze verliezen vallen dus niet onder het lagere tarief van de innovatiebox.
Tip
Verwacht u groei in de komende jaren? Dan kunt u per 2021 een nog gunstiger tarief voor de vennootschapsbelasting van 9% toepassen.
19. Kijk uit voor verliesverdamping
Het verlies van uw BV wordt eerst verrekend met de winst van het voorgaande jaar. Pas daarna verrekent u het verlies met de winsten van de toekomstige jaren tot 6 jaar.
Let op
Voor uw oude verliezen uit de jaren vóór 2019 geldt een verrekeningstermijn van 9 jaar. Om nadelige gevolgen te voorkomen, verrekent de Belastingdienst uw verlies uit 2019 (waarvoor een termijn van slechts 6 jaar geldt) eerder dan verliezen uit 2017 en 2018.
20. Breng giften in aftrek
U kunt giften aan algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s) en steunstichtingen (SBBI) in aftrek brengen op uw winst. De aftrek bedraagt 50% van de winst, met een maximum van € 100.000. U moet de giften schriftelijk kunnen bewijzen.
Let op
U komt in aanmerking voor een extra giftenaftrek bij een gift aan een ANBI die is aangemerkt als culturele instelling. U mag dan de aftrek van de winst verhogen met 50%. De verhoging is echter maximaal € 2.500.
21. Check boekjaar voor aangiftedeadline
Ga na wanneer uw boekjaar eindigt. Indien uw boekjaar eindigt op 31 december 2019 dan moet u uw aangifte vennootschapsbelasting indienen vóór 1 juni 2020. Heeft u een gebroken boekjaar? Dan doet u aangifte binnen 5 maanden na het einde van het boekjaar.
Let op
Bij een kort boekjaar dat eindigt op 31 december 2019, moet u uw aangifte vóór 1 juni 2020 indienen. Eindigt uw korte boekjaar in een andere maand? Dan moet u aangifte doen vóór 1 april van het volgende kalenderjaar.
Tip
Gaat u de deadline voor de aangifte vennootschapsbelasting niet halen? Vraag dan uitstel aan.
Tips voor de dga
22. Verreken verlies uit aanmerkelijk belang
Heeft u in 2019 een verlies uit uw aanmerkelijk belang geleden? Dan mag u dat alleen nog verrekenen met uw inkomen uit aanmerkelijk belang van het voorafgaande kalenderjaar en de 6 daaropvolgende jaren.
Heeft u oude verliezen uit aanmerkelijk belang vóór 2019? Dan kunt u dat blijven verrekenen met uw inkomen uit aanmerkelijk belang van het voorafgaande jaar en de 9 volgende kalenderjaren.
23. Check lening bij uw BV
Heeft u geld geleend van uw BV? Check deze lening want de voorwaarden van de lening tussen u en de BV moeten zakelijk zijn. Dat zijn dezelfde voorwaarden die uw BV zou stellen aan een lening tussen de BV en een derde. Als de lening onzakelijk is, dan loopt u het risico dat de Belastingdienst deze lening ziet als een uitdeling van de BV aan u als dga.
Tip
U kunt uw leningsovereenkomst voorleggen aan de Belastingdienst. Deze toetst de zakelijkheid en legt dit schriftelijk vast.
Let op
Houd nu al rekening met de voorgestelde wetgeving waarin u in 2022 geconfronteerd wordt met een belastingheffing in box 2 op schulden aan uw BV die uitkomen boven € 500.000. Leningen die de dga heeft gebruikt voor de aankoop van een woning zijn uitgezonderd van deze heffing.
Tip
Het is daarom verstandig de komende periode kritisch te kijken naar de schulden aan uw BV en deze niet onnodig te laten oplopen en indien mogelijk te bekijken of deze afgelost kunnen worden.
24. Keer dividend uit
Het is fiscaal aantrekkelijk om een dividenduitkering door uw BV te laten uitkeren in 2019. U bent hier dan inkomstenbelasting over verschuldigd in box 2 tegen een tarief van 25%. Stelt u de dividenduitkering uit dan kunt u mogelijk in 2020 geconfronteerd worden met een hoger box 2-tarief in de inkomstenbelasting van 26,25%.
25. Kom tot inkeer
Maak in 2019 nog gebruik van de inkeerregeling. U kunt dan nog steeds boetevrij uw aanmerkelijkbelanginkomsten doorgeven aan de Belastingdienst. Wacht u tot 2020 dan is het helaas te laat en riskeert u een boete.
26. Gebruikelijk loon hoog genoeg?
Ga na of u het juiste bedrag hebt opgegeven voor het gebruikelijk loon. Het gebruikelijk loon moet minimaal het hoogste bedrag zijn van de volgende bedragen:
• 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking.
• Het hoogste loon van de werknemers in dienst van het lichaam en daarmee verbonden lichamen.
• € 45.000.
Tip
Lukt het u niet om aan de bovenstaande bedragen te komen dan kunt u uw situatie voorleggen aan de Belastingdienst. Indien u bijvoorbeeld aan kunt tonen dat u enkel zeer beperkte werkzaamheden verricht (bijvoorbeeld alleen beheerswerkzaamheden), kan het gebruikelijk loon op € 5.000 of lager worden gesteld.
Let op
Voor dga’s van start-ups, die speur- en ontwikkelingswerkzaamheden verrichten en over een WBSO-verklaring beschikken, bedraagt het gebruikelijk loon voor de eerste drie jaar het wettelijk minimumloon.
Tips voor de werkgever/werknemer
27. Let op bijtelling auto van de zaak
Indien u een auto ter beschikking stelt aan uw werknemer dan dient u voor privégebruik in 2019 rekening te houden met twee tarieven voor de bijtelling: 4% en 22%. In 2019 vallen alleen bepaalde auto’s zonder CO2-uitstoot in het 4%-tarief. Het verlaagde percentage van 4% geldt voor auto’s op waterstof. Voor nulemissie-auto’s die niet op waterstof rijden, geldt de 4% bijtelling slechts tot een cataloguswaarde van € 50.000.
Let op
Het bijtellingspercentage voor het privégebruik van de elektrische auto van de zaak gaat per 1 januari 2020 omhoog. Het bijtellingspercentage van 4% zal naar 8% gaan. Deze 8% geldt tot een cataloguswaarde van €45.000. Boven dit bedrag geldt het ‘normale’ percentage van 22%. Houd hier rekening mee in de verwerking van de bijtelling van de auto van de zaak in uw administratie voor volgend jaar.
28. Al nagedacht over de fiets van de zaak?
Verdiep u in de mogelijkheden tot het bieden van een fiets van de zaak aan uw werknemers. De fiets van de zaak kan volgend jaar aantrekkelijk zijn omdat u geen privégebruik meer bij hoeft te houden. U houdt namelijk alleen rekening met een standaard bijtelling van 7% van de cataloguswaarde.
29. Denk na over beloningen in de vrije ruimte
Heeft u al nagedacht hoe u de vrije ruimte in de werkkostenregeling gaat benutten? U krijgt namelijk volgend jaar een verhoging van de vrije ruimte. Over de eerste € 400.000 van de loonsom wordt een percentage van 1,7 toegepast. Voor het meerdere geldt nog altijd een percentage van 1,2. Dit betekent dat u meer vergoedingen en verstrekkingen onbelast aan uw werknemers kan geven, voor zover die de vrije ruimte niet overschrijden. U kunt nu al in kaart brengen hoe u daar invulling aan gaat geven.
Let op
Komt het bedrag van de vergoedingen boven de grens van de vrije ruimte? Dan moet u over dat extra bedrag 80% belasting betalen.
30. Maak gebruik van loonkostenvoordeel
Neemt u oude werknemers of werknemers met een arbeidsbeperking in dienst? Ga na of u in aanmerking komt voor het loonkostenvoordeel. Indien u voldoet aan de voorwaarden dan ontvangt u een jaarlijkse tegemoetkoming.
Voor oudere werknemers (vanaf 56 jaar) en arbeidsgehandicapte werknemers bedraagt het maximale loonkostenvoordeel per werknemer per kalenderjaar € 3,05 per uur en € 6.000 per jaar. Voor de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden bedraagt het maximale loonkostenvoordeel per werknemer per kalenderjaar € 1,01 per uur en € 2.000 per jaar.
Let op
Voor het aanvragen van loonkostenvoordeel heeft u een doelgroepverklaring Loonkostenvoordeel nodig.
31. Rond loonadministratie 2019 af
Aan het einde van dit jaar moet u de loonadministratie afsluiten. Waar kunt u op letten bij het afsluiten:
• Zijn alle vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers correct opgenomen?
• Heeft u van iedere werknemer een kopie van het identificatiebewijs in uw administratie?
Let op
Weet u de identiteit van een werknemer niet op de juiste manier vast te stellen, pas dan het anoniementarief toe. Anders riskeert u een boete.
Tips voor de btw
32. Oude of nieuwe KOR?
Ga na of de nieuwe kleineondernemingsregeling (KOR) aantrekkelijk voor u is. U kiest dan namelijk voor een vrijstelling voor de btw als u in Nederland bent gevestigd en niet meer dan € 20.000 omzet in een kalenderjaar heeft. Voor de aanmelding voor de nieuwe KOR moet het formulier uiterlijk 20 november 2019 binnen zijn bij de Belastingdienst. U kunt zich ook na 20 november 2019 nog aanmelden. De ingangsdatum schuift dan op naar het eerstvolgende tijdvak. Dat betekent dat u vanaf 1 april 2020 meedoet.
Kiezen voor de nieuwe KOR betekent:
• geen btw-aangifte doen;
• geen btw in rekening brengen en vermelden op facturen;
• betaalde btw mag niet worden teruggevraagd.
Let op
De nieuwe regeling gaat ook gelden voor rechtspersonen zoals BV’s, stichtingen en verenigingen.
Tip
Verwacht u de komende tijd grote investeringen te doen? Het aanvragen van de nieuwe kleine ondernemingsregeling is dan wellicht niet interessant.
33. Corrigeer uw btw-aangifte
In uw laatste btw-aangifte van het jaar (vierde kwartaal of de maand december) krijgt u nog de mogelijkheid om een aantal correcties op te nemen over het afgelopen kalenderjaar. Welke correcties kunnen aan de orde komen?
• correctie omzetbelasting privégebruik personenauto;
• correctie privégebruik woning;
• correcties in het kader van de bedrijfskantineregeling;
• overige correcties op de aftrek van voorbelasting bij verstrekkingen aan het personeel en relatiegeschenken;
• herziening van in eerdere jaren in aftrek gebrachte omzetbelasting op investeringsgoederen.
Tip
Ga in uw administratie na of u een correctie moet doorvoeren.
34. Gebruik de suppletie-aangifte
Komt u erachter dat u in de afgelopen vijf jaar toch te veel of juist te weinig btw heeft aangegeven in de aangifte omzetbelasting? Dan bent u verplicht om dit aan de Belastingdienst te melden door middel van een suppletie-aangifte. Indien u deze onjuistheden niet corrigeert, riskeert u naast belastingrente ook nog eens een dubbele boete, namelijk voor het niet tijdig doen van aangifte en voor het doen van een onjuiste aangifte.
Tip
Komt u erachter dat u € 1.000 of minder terugkrijgt of moet betalen? Dan mag u deze verwerken in de eerstvolgende aangifte.
35. Meld verbreken fiscale eenheid voor de btw zo snel mogelijk
Indien u niet langer voldoet aan de voorwaarden voor het bestaan van een fiscale eenheid voor de btw, loopt de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de btw-schulden van alle ondernemingen binnen de fiscale eenheid door zolang de fiscale eenheid bestaat.
Tip
De fiscale eenheid wordt niet met terugwerkende kracht beëindigd zodat het erg belangrijk is dat u zo snel mogelijk schriftelijk aan de Belastingdienst meldt dat de fiscale eenheid moet worden verbroken.
Let op
Ook indien een deel van de fiscale eenheid wordt ontbonden, moet u dit melden bij de Belastingdienst.
36. Houd rekening met nieuw btw-nummer
Runt u een eenmanszaak? Dan ontvangt u een nieuw btw-identificatienummer van de Belastingdienst. Dit nieuwe nummer heeft geen koppeling meer met uw BSN-nummer. Dit nieuwe nummer dient u vanaf 1 januari 2020 te melden op bijvoorbeeld facturen, briefpapier en de website. U moet het ook melden bij intracommunautaire transacties (handelsverkeer binnen de EU) en andere transacties op basis van EU-regelgeving.
Let op
Het oude nummer gebruikt u straks nog alleen voor de communicatie met de Belastingdienst. Dit oude nummer heet vanaf 2020 het omzetbelastingnummer.
37. Vraag btw op oninbare facturen terug
Ga in uw administratie na of u facturen heeft die u als oninbaar kunt kwalificeren. U kunt namelijk deze btw terugvragen bij de Belastingdienst.
Tips voor de eigen woning
38. Betaal hypotheekrente vooruit
Aangezien het aftrektarief van de hypotheekrente jaarlijks daalt, doet u er verstandig aan om hypotheekrente vooruit te betalen. Zo profiteert u dit jaar nog van een hoger aftrektarief van 49%. In 2020 wordt de hypotheekrenteaftrek geleidelijk verder afgebouwd als het inkomen meer is dan € 68.507. U kunt dan de hypotheekrente tegen maximaal 46% aftrekken.
Let op
U kunt maximaal 6 maanden van het volgende jaar vooruit betalen. Langer mag niet. Als u dat doet, weigert de Belastingdienst de vooruitbetaalde rente als aftrekpost.
39. Leen aan uw kinderen voor de eigen woning
U kunt uw kinderen een lening verstrekken die zij kunnen gebruiken voor hun eigen woning. Zo heeft u profijt van het rendement en kunnen uw kinderen onder voorwaarden de hypotheekrenteaftrek claimen.
Let op
Uw kinderen moeten de gegevens van de lening aan de Belastingdienst doorgeven via hun aangifte inkomstenbelasting. Anders is er geen recht op de renteaftrek.
40. Schenk aan uw kinderen voor de eigen woning
Gaat uw zoon of dochter een woning kopen of hun woning verbouwen? Dan mag u uw kinderen daarvoor maximaal € 102.010 belastingvrij schenken. Uw zoon of dochter moet op het moment van de schenking tussen de 18 en 40 jaar zijn.
41. Verbouw dit jaar nog
U kunt uw spaarcenten dit jaar nog inzetten voor de verbouwing van uw woning. U betaalt dan minder belasting over uw box 3-vermogen met als peildatum 1 januari 2020.
42. Wacht met verkoop van uw woning
Staat uw woning te koop? Zorg er dan voor dat een eventuele verkoop pas na 1 januari 2020 plaatsvindt. Zo voorkomt u dat de opbrengt uit de verkoop in box 3 wordt belast.
Voorgestelde wijzigingen
Naast de wijzigingen die reeds in de eindejaarstips hierboven verwerkt zijn, kunt u de volgende fiscale wijzigingen verwachten.
Wijzigingen in de inkomstenbelasting
1. Tweeschijvenstelsel in 2020
Er komt per 1 januari 2020 een basistarief van 37,35% en een toptarief van 49,5% in de inkomstenbelasting. In 2021 wordt het basistarief verlaagd naar 37,10%.
2. Tarief voor aftrekposten
Voor de aangewezen aftrekbare kosten in de inkomstenbelasting, zal in 2020 een aftrektarief van 46% gelden.
3. Algemene heffingskorting extra verhoogd
De algemene heffingskorting wordt in 2020 met € 78 extra verhoogd en in 2021 met € 2 extra bovenop de reeds geplande verhoging. Daarmee komt de algemene heffingskorting in 2020 uit op € 2.711. In 2021 komt de algemene heffingskorting uit op € 2.801.
4. Arbeidskorting extra verhoogd
De arbeidskorting wordt over het gehele traject verhoogd met in totaal € 285 extra, verdeeld over drie stappen in 2020, 2021 en 2022. In 2020 gaat de maximale korting omhoog van € 3.399 naar € 3.819. In 2021 stijgt de arbeidskorting verder naar € 4.143.
5. Einde aftrek scholingsuitgaven
De fiscale aftrek van scholingsuitgaven in de inkomstenbelasting wordt afgeschaft. Hiervoor in de plaatst komt een individuele leerrekening. Deze zal worden opgenomen in een wettelijke regeling, de Subsidieregeling STAP-budget (Stimulans van de Arbeidsmarktpositie) voor natuurlijke personen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt.
Aangezien al aangekondigd is dat de inwerkingtreding van de Subsidieregeling STAP-budget per 1 januari 2020 niet haalbaar is, kan de belastingplichtige in ieder geval in 2020 nog gebruik maken van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven.
Wijzigingen voor de btw
6. Vereenvoudigde btw-regels in EU-verband
Per 1 januari 2020 gaan er vereenvoudigde en geharmoniseerde btw-regels gelden voor voorraad op afroep en voor het bewijs van intracommunautair vervoer van goederen, het btw-identificatienummer als materiële voorwaarde voor toepassing van het btw-nultarief en een specifieke regeling voor ketentransacties. Dit heeft gevolgen voor ondernemers die goederen leveren aan afnemers in andere EU-lidstaten.
7. Verlaagd btw-tarief voor elektronische uitgaven
Het verlaagde btw-tarief zal met ingang van 1 januari 2020 worden uitgebreid voor de levering of het uitlenen van elektronische uitgaven. Het zal straks voor de btw dan ook niet meer uitmaken of bijvoorbeeld een boek op papier of op een cd wordt geleverd (fysieke drager) of dat de gedigitaliseerde inhoud van een boek langs elektronische weg wordt aangeboden. De ongelijke behandeling wordt dus opgeheven.
8. Verlaagd btw-tarief nieuwswebsites
Het verlaagde btw-tarief van 9% zal met ingang van 1 januari 2020 ook worden toegepast op het verlenen van toegang tot nieuwswebsites zoals die van dagbladen, weekbladen en tijdschriften. Hier is wel de voorwaarde aan gekoppeld dat de elektronische uitgaven en de nieuwswebsites niet uitsluitend of hoofdzakelijk mogen bestaan uit reclamemateriaal of uit video-inhoud of beluisterbare muziek.
Wijzigingen werkkostenregeling
9. Onbelast vergoeden kosten aanvraag VOG
Per 1 januari 2020 zullen de kosten voor de aanvraag van een Verklaring omtrent gedrag (VOG) onder de gerichte vrijstelling van de werkkostenregeling vallen. Dit betekent dat werkgevers de kosten voor de aanvraag van een VOG onbelast mogen vergoeden aan werknemers zonder dat zij daarvoor hun vrije ruimte hoeven in te zetten.
10. Uiterste moment aangifte en afdracht eindheffing wordt verlengd
De werkgever krijgt vanaf 2020 wat langer de tijd en moet de verschuldigde eindheffing in verband met het overschrijden van de vrije ruimte van een kalenderjaar uiterlijk aangeven tegelijk met de aangifte over het tweede aangiftetijdvak van het volgende kalenderjaar.
11. Bepalen waarde producten uit eigen bedrijf
De waarde van de producten uit eigen bedrijf wordt vanaf 2020 bepaald aan de hand van de waarde in het economische verkeer en niet meer gebaseerd op het bedrag dat derden voor de producten moeten betalen.